1. Als God niet bestaat, dan bestaan er geen objectieve morele waarden en plichten.

Om het morele
bewijs goed te begrijpen is het belangrijk enkele termen goed van elkaar te
leren onderscheiden.
Ten eerste is er het verschil tussen morele waarden en morele plichten. Waarden zijn opvattingen over wat goed of kwaad is. Morele plichten hebben te maken met wat je wel of niet zou moeten doen.
Ten tweede is er het onderscheid tussen objectief en subjectief. Met objectief wordt bedoeld ‘onafhankelijk van de mening van mensen.’ Met subjectief wordt bedoeld ‘afhankelijk van de mening van mensen.’ Dus als iemand beweert dat objectieve morele waarden bestaan, dan wil hij eigenlijk zeggen dat sommige zaken goed of slecht zijn, onafhankelijk van wat mensen denken. Neem bijvoorbeeld de Holocaust, als je zegt: “de Holocaust is objectief verkeerd”, dan wil je zeggen dat die genocide moreel verwerpelijk is, hoewel de nazi's die het uitvoerden, dachten dat het goed was. En het zou nog steeds even verwerpelijk zijn geweest, zelfs als de nazi’s WOII hadden gewonnen en erin geslaagd waren om alle mensen te brainwashen met behulp van de Hitlerjugend en de propagandamachine van Joseph Goebbels, en iedereen te vergassen die het niet met hen eens was, zodat alle mensen op aarde geloofden dat de Holocaust goed was. Een niet onbelangrijk punt: Objectieve morele waarden zijn niet hetzelfde als absolute.
Ten eerste is er het verschil tussen morele waarden en morele plichten. Waarden zijn opvattingen over wat goed of kwaad is. Morele plichten hebben te maken met wat je wel of niet zou moeten doen.
Ten tweede is er het onderscheid tussen objectief en subjectief. Met objectief wordt bedoeld ‘onafhankelijk van de mening van mensen.’ Met subjectief wordt bedoeld ‘afhankelijk van de mening van mensen.’ Dus als iemand beweert dat objectieve morele waarden bestaan, dan wil hij eigenlijk zeggen dat sommige zaken goed of slecht zijn, onafhankelijk van wat mensen denken. Neem bijvoorbeeld de Holocaust, als je zegt: “de Holocaust is objectief verkeerd”, dan wil je zeggen dat die genocide moreel verwerpelijk is, hoewel de nazi's die het uitvoerden, dachten dat het goed was. En het zou nog steeds even verwerpelijk zijn geweest, zelfs als de nazi’s WOII hadden gewonnen en erin geslaagd waren om alle mensen te brainwashen met behulp van de Hitlerjugend en de propagandamachine van Joseph Goebbels, en iedereen te vergassen die het niet met hen eens was, zodat alle mensen op aarde geloofden dat de Holocaust goed was. Een niet onbelangrijk punt: Objectieve morele waarden zijn niet hetzelfde als absolute.
"Subjectieve waarheden zijn gebaseerd op interne/[persoonlijke] voorkeuren en veranderen naar gelang onze grillen/[emotionele gesteldheid]. Objectieve waarheden daarentegen, zijn gegevens in de externe wereld die we ontdekken en die niet door onze interne gevoelens kunnen veranderd worden. Externe feiten zijn wat ze zijn, ongeacht hoe we ons er bij voelen."[202] |

We kunnen nog
een ander voorbeeld nemen om dit te illustreren. Als je zegt: “kindermisbruik
is moreel verwerpelijk”, dan is dit niet alleen jouw persoonlijke mening of een
mening die afhankelijk is van de samenleving, maar een objectief moreel feit.
Kindermisbruik blijft objectief verkeerd, zelfs al zou de meerderheid van een
land dit niet vinden. Bijvoorbeeld in een wereld waar alleen psychopaten als
Marc Dutroux en Michel Fourniret ronddolen, zal kindermisbruik sociaal aanvaard
zijn, maar nog altijd objectief verkeerd.
De onvermijdelijke vraag die zich stelt is hoe we de dit zonder het bestaan van een transcendente morele realiteit, een realiteit die de mens overstijgt kunnen hard maken.
De onvermijdelijke vraag die zich stelt is hoe we de dit zonder het bestaan van een transcendente morele realiteit, een realiteit die de mens overstijgt kunnen hard maken.

Premisse 1 komt voor veel mensen misschien aan als een grote verrassing, maar bij nader inzicht blijkt het een evidentie te zijn. Als God niet bestaat, wat is dan de basis van morele waarden? Waarom zou je denken dat alle menselijke wezens een gelijke, intrinsieke waarde hebben of onvervreemdbare rechten hebben?
Volgens een atheïstisch wereldbeeld zijn morele waarden slechts de bijproducten van biologische evolutie en sociale conditionering. Net zoals een groep bavianen coöperatief gedrag vertonen omdat natuurlijke selectie dit als voordelig in hun strijd om te overleven heeft bepaald, zo vertonen ook hun primatenneven, de Homo sapiens, hetzelfde gedrag om dezelfde reden. Door socio-biologische invloeden is er dus een soort van kuddemoraal geëvolueerd bij Homo sapiens, die voor ons erg nuttig is in de ‘struggle for survival’.
Maar vanuit een atheïstisch wereldbeeld is er niets aan Homo sapiens dat zijn gesofisticeerde kuddemoraal objectief waar maakt. Als we de evolutie-film zouden terugspoelen tot bij het begin en opnieuw zouden starten, zou het heel goed mogelijk zijn dat een compleet andere kuddemoraal zou geëvolueerd zijn. Zoals Darwin zelf schreef in “De afstamming van de mens (1871)”:
Volgens een atheïstisch wereldbeeld zijn morele waarden slechts de bijproducten van biologische evolutie en sociale conditionering. Net zoals een groep bavianen coöperatief gedrag vertonen omdat natuurlijke selectie dit als voordelig in hun strijd om te overleven heeft bepaald, zo vertonen ook hun primatenneven, de Homo sapiens, hetzelfde gedrag om dezelfde reden. Door socio-biologische invloeden is er dus een soort van kuddemoraal geëvolueerd bij Homo sapiens, die voor ons erg nuttig is in de ‘struggle for survival’.
Maar vanuit een atheïstisch wereldbeeld is er niets aan Homo sapiens dat zijn gesofisticeerde kuddemoraal objectief waar maakt. Als we de evolutie-film zouden terugspoelen tot bij het begin en opnieuw zouden starten, zou het heel goed mogelijk zijn dat een compleet andere kuddemoraal zou geëvolueerd zijn. Zoals Darwin zelf schreef in “De afstamming van de mens (1871)”:
“Indien, bijvoorbeeld, om een extreem geval te nemen, mensen onder precies dezelfde omstandigheden werden opgevoed als honingbijen, kan er nauwelijks twijfel over bestaan dat onze ongetrouwde wijfjes, zoals de werkbijen, het een heilige plicht zouden vinden om hun broers te doden, en moeders zouden zich inspannen om hun vruchtbare dochters te doden; en niemand zou erover denken om tussenbeide te komen.”[203] |
Juist omdat Darwin niet geloofde in het bestaan van God, moest alles een evolutionaire verklaring hebben, inclusief de moraal. In zijn beroemde boek “Over de oorsprong der soorten (1859)”, stelde hij een evolutionaire verklaring voor:
“Aangezien er veel meer individuen van elke soort worden geboren dan mogelijkerwijs in leven kunnen blijven, en omdat er ten gevolge daarvan sprake is van een regelmatig terugkerende strijd om het bestaan, volgt daaruit dat elk wezen, als het ook maar een heel klein beetje varieert op een wijze die voor hem voordelig is, onder de complexe en soms veranderende levensomstandigheden een betere kans krijgt om te overleven, en dus natuurlijk geselecteerd wordt. Als gevolg van het krachtige principe van erfelijkheid, zal elke geselecteerde variëteit ertoe neigen zijn nieuwe en gemodificeerde vorm voort te planten.”[204] |
Hoe vertaalt zich dat naar de moraal? Voor Darwin en elke Darwinist is, wat wij moraal noemen, een effect van de natuurlijke selectie van eigenschappen die om één of andere reden, direct of indirect bijgedragen hebben tot het overleven van onze soort.
Dit is wat moraliteit is volgens de meeste atheïsten! Het uitermate belangrijk om te onderstrepen, omdat het de ‘morele’ aanvallen die atheïsten lanceren tegen het christendom en hun zelf uitgeroepen morele superioriteit erg ongeloofwaardig maakt.
Darwin besefte natuurlijk goed dat de evolutie van de moraal een erg heikel punt was. Zoals Darwin later stoutmoedig schreef, had nog niemand de moraal benaderd vanuit een exclusief naturalistisch standpunt.[205]
Dit is wat moraliteit is volgens de meeste atheïsten! Het uitermate belangrijk om te onderstrepen, omdat het de ‘morele’ aanvallen die atheïsten lanceren tegen het christendom en hun zelf uitgeroepen morele superioriteit erg ongeloofwaardig maakt.
Darwin besefte natuurlijk goed dat de evolutie van de moraal een erg heikel punt was. Zoals Darwin later stoutmoedig schreef, had nog niemand de moraal benaderd vanuit een exclusief naturalistisch standpunt.[205]

Een naturalistische geschiedenis van de moraal gaat namelijk niet alleen haar evolutionaire ontwikkeling na, vanuit de optiek hoe het ontstond, maar ook hoe de moraal vroeger varieerde en blijft variëren als de natuurlijke omstandigheden veranderen.
Merk goed op dat vanuit het naturalistische paradigma, noch het evolutionaire proces, noch de resultaten ervan in enige zin moreel zijn. Natuurlijke selectie is pre-moreel en de resultaten zelf zijn ook niet moreel, volgens een objectieve, eeuwige, onveranderlijke standaard.
Ze zijn even weinig moreel, als dat een bepaalde vinkenbek goed of kwaad zou zijn. Een bepaalde vorm van een vogelbek is goed voor dit soort vogel, onder die en die voorwaarden, op een bepaalt moment in de geschiedenis. Maar een eendensnavel die goed is voor een eend, zou voor geen arend of vink van nut zijn. En als voor de eend de natuurlijke condities veranderen, zou een andere bek veel beter kunnen zijn. Dit kunnen we goed waarnemen bij de Darwinvinken.
Hetzelfde principe geldt voor elke soort en elke eigenschap, inclusief de eigenschappen die wij ‘moreel’ noemen. Dus als wij zeggen ‘goed voor’ of ‘slecht voor’ met betrekking tot evolutie dan moeten wij weten dat dit geen morele termen zijn. Om die reden kunnen er geen intrinsiek kwade daden plaatsvinden tussen dieren, en de mens is volgens de atheïst slechts een dier. Kannibalisme onder dieren is zeldzaam, niet omdat kannibalisme een moreel kwaad is, maar omdat het een slechte (onvoordelige) evolutionaire strategie is.[206]
Merk goed op dat vanuit het naturalistische paradigma, noch het evolutionaire proces, noch de resultaten ervan in enige zin moreel zijn. Natuurlijke selectie is pre-moreel en de resultaten zelf zijn ook niet moreel, volgens een objectieve, eeuwige, onveranderlijke standaard.
Ze zijn even weinig moreel, als dat een bepaalde vinkenbek goed of kwaad zou zijn. Een bepaalde vorm van een vogelbek is goed voor dit soort vogel, onder die en die voorwaarden, op een bepaalt moment in de geschiedenis. Maar een eendensnavel die goed is voor een eend, zou voor geen arend of vink van nut zijn. En als voor de eend de natuurlijke condities veranderen, zou een andere bek veel beter kunnen zijn. Dit kunnen we goed waarnemen bij de Darwinvinken.
Hetzelfde principe geldt voor elke soort en elke eigenschap, inclusief de eigenschappen die wij ‘moreel’ noemen. Dus als wij zeggen ‘goed voor’ of ‘slecht voor’ met betrekking tot evolutie dan moeten wij weten dat dit geen morele termen zijn. Om die reden kunnen er geen intrinsiek kwade daden plaatsvinden tussen dieren, en de mens is volgens de atheïst slechts een dier. Kannibalisme onder dieren is zeldzaam, niet omdat kannibalisme een moreel kwaad is, maar omdat het een slechte (onvoordelige) evolutionaire strategie is.[206]
Indien er geen objectieve morele waarden bestaan, bestaan er ook geen objectieve morele plichten. Vroeger dachten wij dat onze morele plichten voortkwamen uit Gods geboden. Als God niet bestaat, welke basis bestaat er dan voor objectieve morele waarden? Vanuit een atheïstisch wereldbeeld bekeken, zijn menselijke wezens slechts dieren, en dieren hebben geen morele verplichtingen tegenover elkaar. Wanneer een leeuw een zebra oppeuzelt, dan wordt de zebra door de leeuw gedood, niet vermoord. Wanneer een grote witte haai op gewelddadige wijze paart met een vrouwtje, dan verkracht hij haar niet, om de eenvoudige reden dat er aan deze daden geen enkele morele dimensie verbonden is. In zijn boek “River out of Eden (1995)” beschrijft Richard Dawkins het universum door een atheïstische bril bekeken en bevestigt daarmee premisse 1:
“In een heelal van elektronen en zelfzuchtige genen, blinde fysische krachten en genetische replicatie, zullen sommige mensen pech hebben en anderen geluk en je kan er geen rijm of reden in ontdekken noch enige rechtvaardigheid. Het door ons waarneembare heelal heeft net die eigenschappen die we zouden verwachten als er geen ontwerp, geen doel, geen kwaad, geen goed en niets dan onmeedogende onverschilligheid zou zijn.”[207] |
Dus als God
niet bestaat, waarom zou je denken dat we morele verplichtingen hebben om
überhaupt iets te doen voor een ander? Wie of wat legt deze morele
verplichtingen aan ons op? Waar komen ze vandaan? Verschillende daden zoals
incest en verkrachting zijn niet biologisch en sociaal voordelig en zijn zo in
de loop van de menselijke ontwikkeling taboe geworden. Maar dat toont absoluut
niet aan dat verkrachting en incest echt wel objectief verkeerd zijn. Een
dergelijk gedrag speelt zich dagelijks af in het dierenrijk, waar wij volgens
het atheïstisch wereldbeeld toch ook toe behoren? De verkrachter die ingaat
tegen de kuddemoraal doet niets ergs, behalve dan dat zijn gedrag weinig trendy
is. Als er geen morele wetgever is, dan zijn er ook geen morele wetten die we
moeten gehoorzamen.[208]
En dat is de grote paradox van deze tijd: Beweren dat God niet bestaat en toch leven alsof er een objectieve moraal bestaat.
En dat is de grote paradox van deze tijd: Beweren dat God niet bestaat en toch leven alsof er een objectieve moraal bestaat.
"De moderne tijd, die min of meer het idee van een goddelijke wetgever verwerpt, heeft toch geprobeerd om de ideeën van moreel goed en kwaad te behouden, niet merkend dat, in het aan de kant zetten van God, zij ook de voorwaarden voor betekenisvolheid van moreel goed en kwaad heeft afgeschaft. |
“De positie van de moderne evolutionist… is dat de mens een besef van moraal heeft omdat een dergelijk besef een biologische waarde heeft. Moraliteit is een biologische aanpassing niet minder als dat handen, voeten en tanden dat zijn. Als men ethiek beschouwd als een rationeel gerechtvaardigde verzameling van uitspraken over een objectief iets, is ze illusoir. |
“Wetenschap gaat over feiten, geen normen; het zou ons kunnen vertellen hoe we zijn, maar het kan ons niets vertellen wat er mis is met de manier waarop we zijn.” [211] |